Verrommeling van het landschap vinden we een ongewenste ontwikkeling. De aantrekkelijkheid van het landschap neemt hierdoor af. Verrommeling en landschappelijke versnippering ontstaan als gevolg van functies op de verkeerde plek of ontwikkelingen die geen verband hebben met de structuur van het landschap. Maar er kan ook sprake zijn van verrommeling als bebouwing haar functie verliest en vervolgens leeg komt te staan. Daarom maken we het bijvoorbeeld voor agrariërs planologisch mogelijk om gebruik te maken van functieverandering of verbreding van de bedrijfsvoering, onder meer door de regels in nieuwe bestemmingsplannen, wanneer mogelijk, flexibeler te maken en beter af te stemmen op de (landschaps-) kwaliteiten die echt bescherming nodig hebben.