De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft aan welke risico's de gemeente loopt en welke mogelijkheden de gemeente heeft om eventuele risico’s op te vangen.
Artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat gemeenten beleid moeten formuleren over de weerstandscapaciteit en de risico’s. Tweemaal per jaar wordt via de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing in de gemeentebegroting en het jaarverslag een oordeel gegeven over de toereikendheid van het weerstandsvermogen. In zowel de jaarrekening als de programmabegroting betreft dit een momentopname en geen terug- of vooruitblik.
Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is om financiële en budgettaire tegenvallers op te vangen, zonder dat dit leidt tot een directe aanpassing van het beleid. Het weerstandsvermogen wordt berekend door de benodigde weerstandscapaciteit, de risico's, af te zetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, de middelen.