Van Kadernota 2017 naar Begroting 2017

3. Vernieuwing BBV

In het vernieuwde BBV zijn wijzigingen opgenomen van administratieve aard. Daaraan gekoppeld heeft de commissie BBV een aantal notities uitgebracht die naast administratieve ook financiële gevolgen hebben. Het gaat om de notities rente en grondexploitaties.

Notitie rente
Doel van de notitie rente is het bevorderen van een eenduidige handelwijze met betrekking tot rente en stimuleren dat de (verwachte) werkelijke rentelasten worden opgenomen in begroting en jaarstukken. De commissie BBV adviseert vanwege het verlangde inzicht, de eenvoud en transparantie geen rentevergoeding meer over het eigen vermogen en de voorzieningen te berekenen en deze niet meer door te belasten aan de taakvelden. Alleen de werkelijke rentelasten worden in de begroting verantwoord. Daarmee wordt de onderlinge vergelijkbaarheid van gemeenten vergroot en  is ook geen sprake meer van een beklemde algemene reserve. Immers, die beklemming was nodig omdat een deel van de rente ten gunste van de exploitatie kwam. De jaarlijkse storting van de bespaarde rente in de algemene reserve van € 1.260.000 komt hiermee ook te vervallen. De in de begroting 2016 genomen maatregelen, om het weerstandsvermogen te vergroten door de beklemming van een deel van de algemene reserve op te heffen, zijn hierdoor niet meer nodig. De hiervoor gereserveerde budgetten zijn niet meer nodig en kunnen vrijvallen.

De rentelasten in de begroting dalen van € 5,2 miljoen in 2016 naar € 2,5 miljoen in 2017. Daar staat tegenover dat er minder rentelasten aan de programma’s worden doorbelast (€ 4,9 miljoen in 2016 tegenover € 2,7 miljoen in 2017). De maatregelen om het weerstandsvermogen te vergroten (€ 200.000 in 2017 oplopend naar € 600.000 vanaf 2019) kunnen zoals aangegeven vrijvallen.

Per saldo heeft de uitwerking van de notitie rente heeft in 2017 een negatief effect op het saldo van de begroting van afgerond € 103.000. In 2018 is er een positief effect van € 126.000, in 2019 van € 225.000 en in 2020 € 108.000.

Omschrijving

2017

2018

2019

2020

Geen opbrengst rente eigen financieringsmiddelen

-2.100.000

-2.100.000

-2.100.000

-2.100.000

Lagere doorbelasting rente naar grondexploitaties

-135.000

-135.000

-135.000

-135.000

Lagere doorbelasting rente naar Bergerden*

-602.000

-602.000

-602.000

-602.000

Vervallen vrijval rente eigen financieringsmiddelen t.g.v. exploitatie

1.060.000

1.060.000

1.060.000

1.060.000

Lagere rentelasten naar producten

2.180.000

2.180.000

2.180.000

2.180.000

Subtotaal lagere rentelasten n.a.v. notitie rente 2017 en notitie grondexploitaties 2016

403.000

403.000

403.000

403.000

Voorstel tot verhoging weerstandscapaciteit vervalt

200.000

400.000

600.000

600.000

Bijstelling vrijval kapitaallasten

0

-105.000

-233.000

-350.000

Bijstelling kapitaallasten uitvoeringsplan

54.000

188.000

215.000

215.000

Lagere kapitaallasten riolering

-750.000

-750.000

-750.000

-750.000

Lagere kapitaallasten afval

-10.000

-10.000

-10.000

-10.000

Totaal

-103.000

126.000

225.000

108.000

*De op handen zijnde ontbinding van de GR Bergerden heeft gevolgen voor de liquiditeitenplanning en bijbehorende rente. Een te ontvangen verrekening en het wegvallen van het restant van de rentedekking zullen moeten worden verwerkt. Hier ontstaat in de loop van 2017 meer duidelijkheid over.

De bepalingen en richtlijnen van de notitie rente treden in werking met ingang van het begrotingsjaar 2018. Eerdere toepassing bij de begroting 2017 is niet verplicht maar wordt aanbevolen. Wij nemen deze aanbeveling over. Vergelijking met voorgaande jaren wordt hierdoor wat lastiger, maar in de komende jaren juist eenvoudiger.

Notitie grondexploitaties
In de notitie grondexploitaties is bepaald dat de toe te rekenen rente aan een grondexploitatie moet worden gebaseerd op de daadwerkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen. Het is daarbij dan ook niet meer toegestaan om rente over het eigen vermogen toe te rekenen aan een grondexploitatie.
De uitwerking van deze notitie leidt ertoe dat € 135.000 minder rente aan de grondexploitaties kan worden toegerekend en ruim € 600.000 minder rente aan de GR Bergerden. Dit heeft natuurlijk een voordelig effect op de grondexploitaties, maar een nadelig effect op de algemene middelen. Dit nadeel is verwerkt in de bedragen die zijn genoemd bij de notitie rente.